Voor de installatie moet SOTA worden geactiveerd in de winkel brede instellingen. Dit kan alleen worden gedaan door een admin of het is al geactiveerd door SIDES.
De oproepnummerweergave ondersteunt CAPI, TAPI en FritzBox.
Afhankelijk van welke verbinding aanwezig is, moet de overeenkomstige instelling in SOTA worden geactiveerd. Het systeem verbergt automatisch interfaces die niet beschikbaar zijn (CAPI of TAPI).
- CAPI (ISDN):
Hiervoor moet een ISDN-kaart in de PC zitten en moet een stuurprogramma voor het desbetreffende telefoonsysteem zijn geïnstalleerd. Het stuurprogramma is voor elk systeem anders.
- FritzBox:
Hiervoor is het noodzakelijk dat de telefoonverbinding (internet is niet voldoende) geconfigureerd/verbonden is met de FritzBox.
Om de gespreksmonitor in de FritzBox te activeren toetst u de volgende code in op uw telefoon die verbonden is met de FritzBox: #96*5*
U hoort een bevestigingstoon op de telefoon.
Zonder telefoon moet de activering via de FritzBox gebruikersinterface gebeuren:
- Open een browser op een PC die via WLAN of LAN verbonden is met de FritzBox.
- Ga naar de FritzBox user interface en log in met je gebruikersgegevens.
- Ga naar "Telefonie" > "Telefoonboek" in het linkermenu en voeg een nieuw item toe. Voer het nummer #96*5* in en geef het de naam "Activate call monitor on".
- Klik nu opnieuw links in het menu op "Telefonie" > "Gesprekken" > "Kieshulp". Activeer de optie "Kieshulp gebruiken" in het tabblad "Kieshulp". Klik vervolgens op "Toepassen".
- Klik nu op het aangemaakte nummer in het telefoonboek. Telnet is nu geactiveerd.
- Als je Telnet wilt deactiveren, ga je op dezelfde manier te werk. Gebruik echter het nummer #96*4* in plaats van het hierboven gegeven telefoonnummer.
- TAPI Instellingen:
Hier moet de TAPI-driver worden geselecteerd die eerder in het systeem is geïnstalleerd. De configuratie van de TAPI gebeurt in Windows onder Configuratiescherm/Telefoon en Modem.
Instellingen:
Webserver moet hier geactiveerd worden. Als Klembord is geactiveerd, wordt het telefoonnummer ook naar het klembord gekopieerd voor inkomende oproepen. De server poort en alleen lokaal zenden zijn instellingen die niet relevant zijn voor de web applicatie.
Soms hebben inkomende oproepen een voorvoegsel, bijv. +49. Het nummer van de inkomende oproep kan via de lijst worden gewijzigd. Het gewijzigde oproepnummer wordt dan doorgegeven aan de toepassing.
Voorbeeld:
#103378123456789 wordt 03378123456789
00493378123456789 wordt 03378123456789